Cinder cones zijn grote terpen die zich ontwikkelen rond vulkanische openingen, bestaande uit kleine stukjes vallende lava die verspreid raken tijdens een uitbarsting. Bij een uitbarsting kan hete, onder druk staande lava hemelwaarts worden gespuwd. Bij contact met koele lucht stolt de in de lucht aanwezige lava ten minste gedeeltelijk, waardoor kleine belletjes die ontstaan door ontsnappende gassen, behouden blijven. De lichte, met gaten gevulde stenen, sintels genaamd, stapelen zich op rond de opening en vormen een kegelvormige heuvel. Zodra geregeld, kunnen fragmenten smelten of samen lassen.
sintelkegels kunnen in grootte variëren van tientallen tot honderden meters in hoogte. In Hawai ‘i Volcanoes National Park, een van de meest zichtbare voorbeelden is Pu ‘u Pua’ I (betekent “gushing hill” in Hawaiian), die gevormd als gevolg van de 1,900 voet lava fonteinen die plaatsvond tijdens de uitbarsting van Kīlauea Iki in 1959. In de loop van de zesendertig dagen durende uitbarsting, koelende sintels bleef zich ophopen in een heuvel, uiteindelijk een hoogte van meer dan 400 voet te bereiken.
andere voorbeelden zijn de beboste Pu’u Huluhulu, gelegen nabij Maunaulu, en in de Kamakai’a heuvels van de Ka’ū woestijn.