eer is een morele kwaliteit van een persoon die is gebouwd in de sociale imaginaire, en is gekoppeld aan plicht, verdienste, heldendom, deugd, die het domein van familie, afkomst, sociale kaste overstijgt, en waarbij publieke acceptatie en erkenning nodig zijn.Eer verwijst naar goed gedrag, juist gedrag en aanpassing aan de norm van coëxistentie die wordt aanvaard in de Gemeenschap of samenleving waar de persoon van eer woont.In een conservatieve moraal die traditie respecteert, verwijst eer naar decorum en integriteit van het vrouwelijke geslacht, met een seksuele connotatie die aangeeft dat ze normen moet respecteren zoals niet scheiden in het midden van een zwangerschap of haar man verlaten voor een andere man.
ook gebruikt als synoniem voor een goede commerciële reputatie ten opzichte van een bedrijf, eert een product het merk wanneer het van goede kwaliteit is of wanneer het de kenmerken heeft die de klant verkiest.
in een andere zin verwijst Gewone Taal naar eer om rekening te houden met situaties die onze verwachtingen overstijgen en onze trots vervullen omdat ze ons eigen doel te boven gaan. Bijvoorbeeld: “het is een eer voor mij om uitgenodigd te worden voor je familiefeest.”
iemand Eren wordt gezegd om hun nagedachtenis te eren, of om iemands werk te eren. Werken ad honorem voor een rechtvaardige zaak kan niet terugkeren materiële winsten of voordelen, maar kan eer en sociale lof brengen voor de bijdrage aan de .
op het gebied van werk of beroepsloopbaan houdt de eer de mogelijkheid in om vooruitgang te boeken door toegang te krijgen tot een positie van grotere verantwoordelijkheid en belang.In subjectieve termen verwijst de eer naar de waardigheid en het zelfrespect van de persoon ten opzichte van zichzelf, terwijl hij in sociale termen kan verwijzen naar de faam en reputatie van iemand vanaf zijn geboorte, wiens nut is dat hij zich bevindt in de sociale laag waartoe hij behoort, een groeiende nadruk op het gebied van het leger en het leger.
Synoniemen van eer
mannelijkheid, achting, respect, overweging, rechtschapenheid, fatsoen, decorum, adel, eerlijkheid, loyaliteit
eretekens
onwaardigheid, oneer