De vijfjaarlijkse industriesector is de industriesector die door sommige economisten wordt voorgesteld, zoals gezondheidszorg, onderwijs, cultuur, onderzoek, politie, brandweer en andere overheidsindustrieën die niet bedoeld zijn om winst te maken. Deze industrieën worden vaker opgenomen in de tertiaire of quaternaire sectoren. Ondanks de implicatie is het niet de directe opvolger van de kwartierindustrie, die in hoofdzaak alleen een bevolkingsbasis en de belasting van andere winstgevende industrietakken vereist.
de quinaire sector omvat ook huishoudelijke activiteiten, zoals die welke worden verricht door huisgezinnen of huisvrouwen. Deze activiteiten worden niet gemeten aan de hand van geldbedragen, maar leveren een aanzienlijke bijdrage aan de economie.
Otherresearchers (Hatt, Paul, and Foote, Nelson (1953) on the expansion of thetertiary, quaternary, and quinary sectors, American Economic Review, May.) voorgestelde onderafdelingen van de dienstensector of tertiaire industrie in de quaternaire en quinaire sectoren op basis van informatiebeheer (vierde sector) en kennisceratie (vijfde sector). De term “quinary” wordt dus niet gebruikt om de basis van winst versus non-profit te karakteriseren, maar om bedrijfstakken te classificeren op basis van het gebruik van kennis, waardoor innovatiebeleid en innovatiesystemen worden gemeten. Het is ook opmerkelijk dat in hetzelfde artikel de auteurs vermeldden dat deze sector hoofdzakelijk (maar niet uitsluitend)door overheidsinvesteringen moet worden ontwikkeld.