het bestaan van raciale verschillen in alcoholgevoeligheid tussen oosterse en Kaukasische populaties is goed gedocumenteerd. De primaire manifestatie is een zeer zichtbare blozen in het gezicht (47-85% bij oriëntalisten Versus 3-29% bij blanken) vergezeld van andere objectieve en subjectieve symptomen van ongemak. Zelfs tussen verschillende Oosterse groepen kunnen subtiele verschillen in de flushing reactie en alcoholconsumptie bestaan. Noord-en Zuid-Amerikaanse Indiaanse populaties verschillen in fenotypen voor alcoholdehydrogenase en aldehydedehydrogenase, maar systematische studies die de mate van flushing, alcohol eliminatiepercentages en aceetaldehydespiegels in het bloed in deze populaties vergelijken, ontbreken. Hoewel flushing een persoon niet automatisch ‘immuniseert’ tegen alcoholgebruik, hebben de vatbare personen de neiging minder alcohol te consumeren, althans bij Oriëntalers. Het flushingfenomeen kan echter niet de enige verklaring zijn voor verschillen in incidentie van alcoholisme tussen verschillende raciale groepen. Ook sociaal-culturele, ecologische en genetische factoren moeten in aanmerking worden genomen. Een verhoogde incidentie van flushing is in verband gebracht met een familiaal risico op de ontwikkeling van toekomstig alcoholisme in een blanke populatie. Het staat nog te bezien of hetzelfde geldt voor de oriëntalisten. De meeste biochemische onderzoeken van het flushing fenomeen hebben zich gericht op aspecten van het alcoholmetabolisme. Gebaseerd op recente bevindingen, is een overtuigend mechanisme de hogere accumulatie van aceetaldehyde in het spoelen van proefpersonen omdat zij een ongebruikelijke, minder-actieve leveraldehyde dehydrogenase isozym (ALDHI) hebben. De mogelijkheid dat een’ atypische ‘ alcoholdehydrogenase, dat aanwezig is bij 85-90% van de Oosterse proefpersonen, kan bijdragen tot verhoogde aceetaldehydespiegels in het bloed bij flushingpatiënten, kan niet worden uitgesloten. Op basis van de resultaten van een klein aantal stamboomstudies die familiaire gelijkenissen in flushing aantoonden, wordt voorgesteld dat een farmacogenetisch defect in ALDHI verantwoordelijk is voor flushing. Andere mogelijke biochemische mechanismen (b.v. prostaglandinen) en genetische defecten moeten worden onderzocht.