Hepatitis B of C, zwaar drinken en andere oorzaken kunnen leiden tot langdurige schade aan uw lever. Twee termen die gebruikt worden om dit te beschrijven zijn fibrose en cirrose.
fibrose betekent dat gezond leverweefsel begint te worden vervangen door littekenweefsel, waardoor de lever verhardt en de functies ervan wordt verstoord. Fibrose vordert na verloop van tijd bij mensen met hepatitis B of hepatitis C, en dit heeft de neiging om sneller te gebeuren bij mensen die ook HIV hebben. Fibrose kan gedeeltelijk worden omgekeerd als de oorzaak wordt geïdentificeerd en behandeld vroeg genoeg.Cirrose is ernstige littekenvorming in de lever. Littekenweefsel vervangt de cellen die de normale functies van de lever uitvoeren en kan de bloedstroom door de lever blokkeren. Als het te ver vordert, zal de lever niet meer goed kunnen werken, mogelijk leidend tot problemen zoals intern aftappen en hersenbeschadiging. Leverschade is vaak permanent in dit stadium, maar soms kan de behandeling een verloren functie herstellen.
leverfibrose en cirrose zijn ingedeeld naar stadia:
- F0-geen fibrose
- F1 – lichte fibrose
- F2 – matige fibrose
- F3 – gevorderde fibrose
- F4 – cirrose.
mensen met gevorderde fibrose of cirrose hebben een hoger risico op het ontwikkelen van een type leverkanker dat bekend staat als hepatocellulair carcinoom. Leverkanker is moeilijk vroeg op te sporen en moeilijk te behandelen.